• Home
  • Leerjaren
  • TTO
  • Vaardigheden
  • Onderwerpen
  • Soortenbank
  • Foto
  • Video
  • Games
  • Contact
Biologie van Meneer Spoor

Dihybride kruisingen

Naast monohybride kruisingen waarbij je kijkt naar één eigenschap kun je ook kijken naar twee eigenschappen. Dit noemen we een dihybride kruising. Eigenlijk werkt deze kruising precies hetzelfde als een monohybride kruising, maar dan met meer mogelijkheden. Wanneer je bij een monohybride kruisingschema, zoals van een heterozygote kruising (Aa x Aa) vier opties hebt, heb je bij een dihybride heterozygote kruising 4 x 4 = 16 opties (zie figuur 1).
Kruisingsschema dihybride
Figuur 1. Een kruisingsschema van een heterozygote dihybride kruising (AaBb x AaBb)
Hieruit volgt dat de kans op homozygoot dominant (AABB) 1 op 16 is, net als de kans op homozygoot recessief (aabb) en dat de kans op heterozygoot (AaBb) 1 op 4 is. Dit kun je ook berekenen door te kijken naar de kansen van eigenschap A en eigenschap B apart:
  • De kans op Aa bij een heterozygote kruising (Aa x Aa) is 1 op 2.
  • Dat geldt ook voor Bb uit Bb x Bb.
  • De totale kans van AaBb is dan 1 op 2 x 1 op 2 = 1 op 4.
Het is altijd mogelijk dit op deze manier te berekenen.


​Dihybride kruisingen: onafhankelijke overerving

Hierboven gaat men er vanuit dat de beide eigenschappen onafhankelijk van elkaar overerven. Dit kan alleen wanneer beide eigenschappen op verschillende chromosomenparen liggen (zie figuur 2). Voor beide eigenschappen geldt dat de kans op het doorgeven van één van de allelen 50% is.
Je kunt dus alle mogelijke geslachtscellen vormen, namelijk vier verschillende soorten:
  • AB
  • Ab
  • aB
  • ab
​Deze staan ook in het kruisingsschema van figuur 1.
Genetica Onafhankelijke overerving
Figuur 2. Onafhankelijke overerving voor het genotype AaBb


​Dihybride kruisingen: afhankelijke of gekoppelde overerving

Het is ook mogelijk dat beide eigenschappen op één chromosoom liggen. De eigenschappen zijn dan gekoppeld. Tijdens de meiose wordt er van elk paar chromosomen één chromosoom doorgegeven (na recombinatie). Dit betekent dat wanneer je het ene allel van de ene eigenschap doorgeeft, je ook een ander allel van de andere eigenschap doorgeeft. In het voorbeeld (zie figuur 3) betekent dit dat wanneer het dominante allel A wordt doorgegeven, ook het dominante allel B wordt doorgegeven, omdat ze beiden op één chromosoom liggen.
Uiteraard is het ook mogelijk dat het recessieve allel a op één chromosoom ligt met het dominante allel B.
In dit voorbeeld zijn meer twee geslachtscellen mogelijk, namelijk:
  • AB
  • ab

Genetica gekoppelde overerving
Figuur 3. Gekoppelde overerving voor het genotype AaBb

Terug naar Genetica
Powered by Create your own unique website with customizable templates.