Van DNA naar RNA: stap 1 van de eiwitsynthese: transcriptie
Omdat de basen uiteindelijk de informatie zijn voor het maken van eiwitten kun je DNA en RNA ook zien als een reeks basen. Dit maakt het overzichtelijker om weer te geven hoe de eiwitsynthese (het maken van eiwitten) verloopt (de 12 basen van figuur 1 hiernaast zijn in figuur 2 hieronder in het midden verwerkt).
|
De promotor is essentieel voor RNA-polymerase, het eiwit dat DNA leest en de RNA-streng maakt. Het maken van RNA (onderste streng) begint na de promotor, de plek waar RNA-polymerase bindt aan DNA. In de praktijk zit er vaak een grotere afstand tussen de promotor en de startplek van transcriptie. Ook zijn er vaak meerdere promotors betrokken bij transcriptie. Tussen de promotor en de startplek van transcriptie (het maken van RNA) zit een operator. Dit is de plek waar repressors kunnen binnen. Deze remmen de transciptie. Andere eiwitten, inductors genaamd kunnen deze repressors weer binden, zodat ze een positief effect hebben op de transcriptie. Het eindsignaal is de basensequentie in het DNA met als functie dat RNA-polymerase stopt met het maken van RNA.
Van mRNA naar eiwit: stap 2 van de eiwitsynthese: translatie
De volgende stap in de eiwitsynthese is het vertalen van mRNA in de bouwstenen van eiwitten: aminozuren. Zoals hierboven te zien is, zijn het startcodon en stopcodon erg belangrijk. Het startcodon wordt herkend door het ribosoom (één van de organellen van een cel). Dan start de translatie. Elke 3 basen (in RNA is dat cytosine, guanine, adenine en uracil) coderen voor een aminozuur, waarbij methionine altijd het eerst is (het startcodon). Het ribosoom zal zo elk coden (de combinatie van 3 basen) vertalen in een aminozuur. Deze worden naar het ribosoom gebracht door tRNA en zo wordt de ketting van aminozuren gemaakt tot het eiwit af is. Wanneer het stopcodon bereikt wordt zal het ribosoom loslaten en is de aminozuurvolgorde af. Het stopcodon codeert niet voor een aminozuur.
Wanneer je alle codons vertaalt naar aminzuren krijg je de volgende aminozuurvolgorde. Om hier een functionerend eiwit van te maken moet deze 'ketting' van aminozuren nog de goede vormen krijgen en worden er nog suikergroepen en andere groepen aan toegevoegd. Dit vindt plaats in het endoplasmatisch reticulum en Golgi apparaat.
Ga terug naar DNA en RNA of Onderwerpen